Over Luc Beaucourt

Luc Eduard Alfons Beaucourt (Gent, 28 maart 1948 – Berchem, 26 november 2021) was een urgentiearts van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA). In Vlaanderen was hij vooral bekend door zijn schokkende campagnes tegen weekendongevallen.

Luc Beacourt

Biografie

Luc Beaucourt, geboren in 1948, groeide op in Sint-Amandsberg, bij Gent. Als student geneeskunde kwam hij in Antwerpen terecht en daar is hij blijven plakken. 

“Mijn eerste bedoeling was om piloot te worden maar op 17-jarige leeftijd heb ik een bril gekregen. In die tijd was het dragen van een bril absoluut verboden om piloot te worden. Dan heb ik gedacht om luchtvaartgeneeskunde te’ doen en dan ben ik begonnen aan geneeskunde om dan over te schakelen naar chirurgie. Vanaf 1986 was Beaucourt diensthoofd van de spoedgevallen in het UZ Antwerpen. Daar had hij het idee om een mobiele urgentiegroep – beter bekend als de MUG – de baan op te sturen bij medische noodgevallen. Samen met de Antwerpse gouverneur Andries Kinsbergen ontwikkelde Beaucourt ook het medische interventieplan voor de provincie Antwerpen.

Wodca-controles

In de jaren ‘90 trok hij vanuit zijn ervaring persoonlijk ten strijde tegen de weekendongevallen. Beaucourt was een van de drijvende krachten achter de Wodca-controles, wat staat voor ‘weekendongevallen door controles aanpakken’. Hij legde een collectie aan van foto’s die hij maakt van autowrakken waarmee jonge chauffeurs verongelukt zijn. Hij geeft ongeveer 10.000 lezingen aan Belgische scholieren waarbij hij die foto’s als afschrikkingsmiddel gebruikt.

“Gedragstherapeuten hadden kritiek op mijn diashows”, zei Beaucourt hierover in april 2018. “Maar ik kom nog mensen tegen die erbij waren en toegeven dat ze hun gedrag aangepast hebben.”


Rampenarts

 

In 2001 kwam hij aan het hoofd van B-FAST, het snelle interventieteam van Buitenlandse zaken. Zijn eerste buitenlandse missie ging naar het aardbevingsgebied in het Indiase Gujarat. Hij wordt in dat jaar ook crisismanager van B-Fast. Rond de eindejaarsfeesten van 2004 trekt Beaucourt met zijn interventieteam naar de landen in Zuidoost-Azië die door de tsunami getroffen zijn, Thailand, Sri Lanka en Indonesië. 

In 2008 organiseerde Beaucourt een medisch-humanitaire missie naar Myanmar, als reactie op de doortocht van een cycloon. Met een team van 23 hulpverleners ging hij er basisgezondheidszorg verstrekken en een vaccinatieprogramma opstarten.

Vanaf mei 2008 opereerde Beaucourt onder de vlag van V-Med, het interventieteam van de Vlaamse overheid, dat hij zelf oprichtte. 

“Als ik met mijn ploeg naar zo’n rampgebied afreis, dan werken we 24 uur per dag. Niemand moet dan bij mij afkomen en zeggen dat hij honger of dorst heeft of dat hij wil slapen.”

In 2010 schoot de spoedarts het eiland Haïti te hulp na een zware aardbeving. Het volgende jaar wilde  Beaucourt zijn team naar Japan sturen om slachtoffers van de tsunami te helpen. Hij bedacht zich echter toen bleek dat er een kernramp in de centrale van Fukushima dreigde. 

“Enorme natuurrampen, zoals de aardbeving in Bam (Iran), de tsunami in onder meer Indonesië en Thailand, de overstromingen in Pakistan… Dat is zo overweldigend”, zei Beaucourt in een interview in 2011. “Bij dat soort rampen wordt een dokter weer echt dokter. Daar moet een dokter zijn werk doen met alleen een stethoscoop. Hier in België staat meteen een batterij hoogtechnologische hulpmiddelen klaar om de dokter te helpen. Als ik met mijn ploeg naar zo’n rampgebied afreis, dan werken we 24 uur per dag. Niemand moet dan bij mij afkomen en zeggen dat hij honger of dorst heeft of dat hij wil slapen. En een verpleegster die dan op het einde van de avond zegt dat ze niet wil afwassen omdat dat haar werk niet is, vliegt er dan ook uit.”

Beaucourt kwam door zijn lezingenreeks in scholen ook in de krant en op televisie. Op het verwijt dat hij soms mediageil leek, zei Beaucourt in 2011 aan De Standaard: “Ik vind niet dat ik mediageil ben, zoals links en rechts wordt gezegd. De journalisten bellen altijd naar mij, niet omgekeerd. ‘Jij kunt in 20 seconden zeggen waar een andere dokter een kwartier voor nodig heeft’, zeggen ze tegen mij.”

Officier in de Leopoldsorde

 

In 2013 ging Beaucourt in het UZA met pensioen.

In 2014 kreeg Beaucourt in het Egmontpaleis in Brussel het ereteken van Officier in de Leopoldsorde, “voor zijn verdiensten voor de samenleving en het land”. De Leopoldsorde is de belangrijkste en hoogste Belgische onderscheiding. 

In maart 2018 kondigde Beaucourt – op zijn zeventigste – zijn laatste missie aan. “Ik leef van de ene dag in de andere”, zegt hij. “Val je stil, dan verouder je snel. Zolang mijn lichaam het toelaat, blijf ik aan de slag. Ik doe de alarmcentrale bij VAB en ik begeleid oldtimerrally’s in het buitenland. Ik heb altijd graag gereisd. Stop me in een vliegtuig en ik ben gelukkig.” 

Gouverneur

Voormalig Antwerps gouverneur Camille Paulus reageerde vrijdagavond aangeslagen door het overlijden van zijn goede vriend Luc Beaucourt. “We hadden een sterke band met elkaar. Tot het uitbreken van de pandemie spraken we geregeld af voor een etentje. Professioneel hebben we heel nauw samengewerkt. Luc was de geestelijke vader van de WODCA-acties, waarmee we vanaf 1994 de zware tol van weekendongevallen omlaag wisten te brengen. Ik herinner me nog goed hoe hij naar mij kwam om me ervan te overtuigen dat er echt iets moest worden ondernomen.”

“Luc had een sterk karakter. Had hij iets in zijn hoofd, dan moest dat worden gerealiseerd. Hij wist altijd wat hij wilde en rustte niet voor hij zijn doel had bereikt”, besluit Paulus.

“Bijna elke dag voor mij, is een top moment geweest.  Of toch een moment geweest dat we dingen hebben kunnen doen, die je in een normaal leven niet kan doen. Maar als ik kijk naar de grote interventies, de aardbeving in Haïti was een belangrijke aardbeving. Toen wij daar toekwamen na heel wat moeilijkheden, lagen de slachtoffers met duizenden in het straatbeeld. Als chirurg, als urgentiearts, is dat natuurlijk een ongelofelijk aanbod en we hebben daar toch wel fantastische dingen kunnen doen. Had ik geweten wat ik nu weet, had ik waarschijnlijk nog meer dingen gedaan. Ik had nog meer uitdagingen opgezocht, maar ik ben niet de kerel die achterom kijkt, ik kijk altijd vooruit, dus GEEN spijt.  Ik denk dat het heel belangrijk is als je een job kiest, dat je die job graag doet.  Dan is werken geen inspanning, werken is dan ontspanning.”

Dat hij altijd vooruit keek, bewees hij toen hij geconfronteerd werd met een serieuze huidkanker, waarvoor hij behandeld werd. Twee jaar geleden vertelde hij daarover nog: “Ik heb vastgesteld: hoe meer je bij dokters komt, hoe meer ze vinden, en dan kom je in een straatje terecht… Ik wil voor mijn laatste jaren uit de handen van artsen blijven, we zien wel hoe het loopt.”

Luc overleed op 26 november 2021 op 73-jarige leeftijd.